Het juiste gereedschap gebruiken

Inklapbare liniaal en meetlint:

Het opvouwbare meetlint van 2 meter is handig om mee te nemen. Het meetlint (tot 8 meter) heeft een klein haakje aan het uiteinde dat aan het te meten object kan worden bevestigd als je "off site" werkt. Een automatisch vergrendelingssysteem voorkomt dat het meetlint onverwacht terugkomt.

Vierkant:

Het vierkant wordt gebruikt om hoekige sneden te markeren of te controleren. Sommige vierkanten zijn gegradueerd (tot 300 mm bijvoorbeeld). Het vierkant is essentieel om de hoek van een stuk hout te controleren tijdens het schaven.

Valse vierkant:

Het blad en de arm kunnen aan elkaar worden aangepast dankzij een gleuf in het blad waardoor het elke positie kan aannemen. De vleugelschroef wordt gebruikt om het blad en de arm in de gewenste positie vast te zetten en om de snijhoek te markeren of te controleren.

Waterpas:

Een universele waterpas heeft 3 libellen (kleine buisjes die een vloeistof en een luchtbel bevatten). Als de luchtbel zich precies tussen de markeringen bevindt, is het oppervlak perfect horizontaal (of verticaal). Hoe langer de waterpas, hoe nauwkeuriger de meting.

Metselregel:

Een liniaal is een metalen of aluminium strip die perfect recht is, soms afgeschuind, en niet gegradueerd. Hij wordt gebruikt om markeringen aan te brengen of insnijdingen te maken in een rechte lijn (bv. tapijt) en kan ook worden gebruikt om te controleren of een oppervlak vlak is (door de liniaal onder verschillende hoeken te plaatsen).

Timmerhamer:

Alle timmermanshamers hebben een taps toelopende punt waarmee je kleine spijkertjes in het hout kunt slaan tot ze "uitharden". Daarna spijker je ze erin met de hiel (= het slaggedeelte van de hamer). Houd altijd het uiteinde van het handvat vast: dit verhoogt de slagkracht.

Klauwhamer:

De splitbit werkt als een tang om spijkers te verwijderen. Een houten handvat wordt vastgezet met wiggen, terwijl stalen of glasvezel handvatten worden geperst. Een stalen handvat omwikkeld met neopreen zorgt voor een betere grip. Een goed model is een model waarbij het handvat onder een hoek op de gording staat.

Voorhamer:

De voorhamer wordt gebruikt om zware klappen uit te delen, bijvoorbeeld op een beitel. De slagkracht is veel groter dan die van een gewone hamer omdat de kop meer weegt.

Hamer:

Een houten of rubberen hamer wordt gebruikt wanneer de stalen hamer het materiaal (door op lijmverbindingen tussen twee stukken hout te tikken) of het gereedschap (om gaten te maken door op een beitel te tikken) dreigt te beschadigen.

Nagelpons:

Wanneer je een spijker erin slaat met een hamer, riskeer je het oppervlak van het hout te beschadigen. Gebruik een nagelpons met een diameter die iets kleiner is dan die van de spijker. Zo kun je de kop van de spijker in het hout slaan.

Nijptang:

Nijptangen worden gebruikt om spijkers uit te trekken en kunnen ook gebruikt worden als kniptang. De lengte van de handgrepen bepaalt de ontwikkelde kracht (hefboomwerking). Bescherm bij het uittrekken van spijkers het oppervlak met bijvoorbeeld een stuk vezelplaat om beschadiging van het hout te voorkomen.

Tandheugeltang:

Tandheugeltangen hebben afgeronde, getande bekken en zijn erg handig voor loodgieterswerk (kranen en leidingen aandraaien, enz.). Dankzij het tandheugelontwerp kunnen de bekken ver uit elkaar worden gezet. Een tang van 235 mm volstaat voor de meeste klussen. Niet gebruiken om los te draaien.

Universele tang:

Dit is een combinatie van een platbektang, tang en tandheugeltang. Ze zijn erg handig voor het losdraaien van gebroken schroeven en het vasthouden van onderdelen met een kleine diameter. De twee scherpe bekken zijn ideaal voor het doorknippen van elektriciteitsdraad.

Platte en verstelbare steeksleutels:

Platte steeksleutels worden gebruikt om bouten en moeren vast en los te draaien. De vork moet perfect bij de bout of moer passen, anders zal de vork wegglijden en de randen beschadigen. Als je niet de juiste moersleutel hebt, gebruik dan een verstelbare moersleutel (bijv. 0 tot 24 mm).

Dopsleutels:

Dopsleutels hebben aan één kant een vierkant gat waarin verschillende handgrepen passen, zoals een schuifgreep of een haakse handgreep. Met dopsleutels kun je snel werken, omdat je het handvat niet los hoeft te laten. De andere kant is de moersleutel, die meestal 12-kantig is.

Handzaag voor timmerman:

Een zaag van rond de 50 waarmee je ook kunt zagen. Zelfzagen met "hard-point" tanden gaan 5 keer langer mee.

Rugzaag:

De rugzaag wordt gekenmerkt door een stalen band op de rug die aanzienlijk dikker is dan het rechthoekige blad. Deze band houdt het blad recht en zorgt voor een zuivere, rechte zaagsnede. Hij is ideaal voor het zagen van bijvoorbeeld pennen.

Verstekzaag:

De verstekzaag is een kleine achterzaag die vooral wordt gebruikt voor het zagen van dunne latten, strips enz. in combinatie met een verstekbak. De tanden zijn zeer fijn om een smalle zaagsnede te garanderen.

Kapzaag en mini-zaag:

Het blad van een ijzerzaag is gemonteerd in een frame. In tegenstelling tot een houtzaag zijn de tanden van een ijzerzaag naar voren gericht. De mini-zaag is soms praktischer op moeilijk bereikbare plaatsen. Deze zagen zagen metaal, maar ook synthetische materialen (dakgoten).

Universeel mes:

Deze messen hoeven niet geslepen te worden; de messen zijn wegwerpbaar. Het rechte lemmet snijdt leer, papier, karton, plastic, enz. Het lemmet van het linoleummes heeft aan beide kanten een haak (om wegglijden te voorkomen), waarmee je snijdt door te trekken.

Schroevendraaier:

Gebruik altijd een schroevendraaier die geschikt is voor de schroefgleuf. Je hebt verschillende modellen nodig. Een schroevendraaier met een omkeerbare punt (recht aan de ene kant, kruiskop aan de andere) is geschikt voor verschillende soorten schroeven. Recht; kruiskop of philips; pozidriv (kruiskop); torx (stervormig).

Elektrische schroevendraaier:

De vaak lange, cilindrische schacht van deze schroevendraaier is bedekt met een geïsoleerde plastic mantel. Deze geïsoleerde schroevendraaier is verkrijgbaar in verschillende maten en modellen. De scherpe punt werkt goed op kleine schroeven, buisfittingen, kronen en moffen.

Schroevendraaier:

De boor kan van pas komen op moeilijk bereikbare plaatsen, waar (elektrische) boren niet bij kunnen. Het belangrijkste gebruik is natuurlijk om een voorgeboord gat te maken voor een schroef.

Boor/schroevendraaier:

Een boor/schroefmachine (op batterijen) kan veel meer dan boren of schroeven. Naast boren en schroeven zijn er tal van accessoires om te polijsten, zagen, slijpen, enz. Controleer of je machine krachtig genoeg is om deze zwaardere taken aan te kunnen.

Vierkante punt:

Voor middelgrote schroeven kan de vierkante punt worden gebruikt om een voorboorgat in het hout te maken (als het niet te hard is), zodat voorboren niet nodig is. De scherpe punt kan ook worden gebruikt om middelgrote materialen te markeren of te ponsen.

Houtbeitel en beitelblok:

Houtbeitels en beitelblokken moeten met een hamer worden gebruikt om te voorkomen dat ze het handvat vernielen. Houd ze scherp. Werk nooit naar jezelf toe en houd beide handen achter het snijvlak.

Vijlen:

Er zijn verschillende soorten vijlen: plat, halfrond, rond, vierkant en driehoekig. De halfronde is het meest veelzijdig. Hij maakt hout en metaal glad, egaliseert, verwijdert onregelmatigheden en scherpt messen. Vet een vijl nooit in, want dan wordt hij bot.

Schaafmachine:

Houten schaven hebben vaak geen handvat en worden gebruikt om dunne lagen hout te verwijderen. Het blad zit vast met een wig. Om het los te maken, sla je met een hamer op de spie. Je kunt dan het blad verstellen. Sommige modellen hebben een verstelbaar blad met een duimwiel.

Schuurblok en schuurpapier:

Wanneer je een stuk schuurpapier met de hand over een materiaal haalt, volg je de onregelmatigheden van het oppervlak van de ondergrond. Als je het schuurpapier op een schuurblok bevestigt, schuur je het oppervlak gelijkmatig. Schuur hout altijd in de richting van de nerf.

Staalborstel:

Aangekoekt vuil, roest, enz. op harde oppervlakken kan gemakkelijker worden verwijderd met een staalborstel. Draadborstels zijn verkrijgbaar in verschillende maten. De borstelharen zijn van staal en het handvat is van hout.

Beitel:

Deze beitel wordt gebruikt voor ruw werk op een gipsen muur, bijvoorbeeld om een lichtschakelaar of stopcontact te lokaliseren, of om leidingen weg te werken. Er zijn grotere modellen verkrijgbaar voor het snijden van voegen.

Pleistermes:

Het pleistermes wordt gebruikt om gaten en scheuren in een plafond te vullen met pleister ter voorbereiding op het schilderen. Het kan ook worden gebruikt om oude verflagen of behang te verwijderen. Een geanodiseerd of verchroomd mes roest niet.

Klemmen:

Het werk wordt vastgezet door middel van de bek waaraan een klein bewegend deel is bevestigd. Hoe strakker je de bek vastdraait, hoe meer druk er wordt uitgeoefend. Overdrijf het echter niet. Het is vaak raadzaam om het werk te beschermen met kleine stukjes hout of triplex.

Veiligheidskleding:

Bescherm je ogen tegen stof en vonken met een veiligheidsbril. Een masker beschermt je tegen stof. Als je bijtende producten gebruikt, draag dan rubberen of plastic handschoenen. Bij het hanteren van scherpe voorwerpen zijn katoenen handschoenen te verkiezen.