Stap 3: Zaaien
Gebruik een zaadmengsel dat aangepast is aan de grondsoort en aan het toekomstig gebruik van het gazon. Er bestaan speciale zaadmengsels voor schaduwtuinen en voor tuinen met intensief gebruik, evenals variëteiten gras om de tolerantie van je gazon te verbeteren. Je kiest best een sport- en speelgazon als het gazon intensief gebruikt zal worden, en een mengsel met fijnere grassoorten voor een siergazon.
De beste momenten om te zaaien zijn mooie, windstille dagen. Hierbij mag de ondergrond wel een beetje vochtig zijn, maar niet te nat: op een dichtgesmeerde grond zal het gras moeilijk aanslaan. Ongeacht de gekozen zaaiperiode is het toch best vooraf eens te zien hoe het zit met de weersverwachting: ideaal is dat er regen volgt na het zaaien. Zaaien met een droogteperiode in het vooruitzicht is niet aan te raden.
Eerst ga je met een hark oppervlakkig over het terrein, zodat de grond de zaadjes straks goed opneemt. Vervolgens meng je het zaad in de zaaidoos of zaaizak. De aanbevolen hoeveelheid graszaad schommelt rond de 3 tot 4 kilogram per are (dat is 100 m²).
Wanneer u niet over een mechanische strooier beschikt, verdeelt u het zaad in twee delen. Zaai de eerste helft met een brede zwaai in de lengterichting van het perceel. Met de andere volgt u een parcours dat daar loodrecht op staat. Langs de randen verdubbelt u de hoeveelheid.
Hark de grond voorzichtig om de zaadjes in de aarde te werken. Gebruik daarvoor een bladhark of een hark maar duw die niet te diep in de grond.
Bedek met een laagje teelaarde van 1 tot 2 cm.
Rol vlak met de tuinrol en besproei met een fijne regenstraal.
Bewaar altijd wat gazonzaad om als dat nodig is bij te zaaien.