Organifer - Nematodes - Bodemaaltjes Concentraat - 1 l voor 1000 m2

Beschermt planten op natuurlijke wijze bij verschillende schadelijke aaltjes in de grond, zoals rozenaaltjes (die rozenmoeheid veroorzaken), diverse negatieve wortelaaltjes, aardappelcystenaaltjes en bietencystenaaltjes.

Het product is een geconcentreerde samenstelling van specifiek werkende kruiden concentraten en is niet giftig voor mens, dier en milieu. Het product is niet persistent, het wordt afgebroken in de bodem en laat geen reststoffen achter.

 

Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat heeft een preventieve werking bij het ongedierte in de grond. Het middel wordt opgenomen door de wortels van de plant en deze zal daardoor zijn eigen afweersysteem ontwikkelen. Parasitaire aaltjes zullen niet meer aan de wortel gaan eten. Daardoor neemt de populatie af en zal de overlast op den duur in z’n geheel verdwijnen.

Eetbare gewassen kunnen gewoon geconsumeerd worden.

 

Eigenschappen

✔ Uiterst effectief bij vrijwel alle schadelijke bodemaaltjes

✔ Eenvoudig toediening en opname door wortels van de plant

✔ Bij rozenmoeheid, aardappelmoeheid, bietenmoeheid, etc.

✔ Aaltjes zullen niet meer aan wortels plant gaan eten.

✔ Geschikt voor biologisch en ecologisch tuinieren

✔ Zowel preventief als curatief inzetbaar

✔ Veilig voor mens, dier en milieu

✔ Stimuleert groei, de vitaliteit en weerbaarheid van de plant

✔ 100% natuurlijk en plantaardig

 

Gebruiksaanwijzing

 

Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat kan worden toegepast in de sier- of moestuin, op het balkon of op uw gazon.

 

Preventief toedienen vanaf het moment dat de plant, struik of boom begint uit te lopen, met name wanneer er in het verleden veel overlast en schade is geweest. Ook wanneer er al schadelijke aaltjes en aantastingen zichtbaar zijn, kan Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat worden toegepast.

 

Schud Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat voor gebruik. Giet of spuit met grove druppel de oplossing op een vochtige bodem, bij voorkeur voor een regenbui. Anders de bodem ruim beregenen met 5 tot 10 mm water.

 

Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat heeft een werking van ongeveer 4 weken. Daarna kan de behandeling herhaald worden wanneer nodig.

 

Dosering

 

Gebruik/Hoeveelheid/Oplossing/Oppervlakte

 

Preventief – lichte aantasting/20 ml/1 liter water/20 m²

 

Curatief – zware aantasting/40 ml/1 liter water/20 m²

 

 

Achtergrondinformatie

 

 

 

Rozenmoeheid

 

Een veelvoorkomende kwaal bij rozen. De veroorzaker van deze ziekte is een piepklein aaltje (nematode) dat de wortels aanvreet waardoor de roos niet meer goed kan groeien en bloeien. Rozenmoeheid ontstaat door deze piepkleine wormpjes die de wortels aanvreten. Deze ziekte is te herkennen aan het feit dat de rozen heel veel bloemen, weinig blad en de roos continu last van luizen heeft. Een nieuwe roos planten? Zet deze dan bij voorkeur op een plek waar niet eerder een roos heeft gestaan om aantasting bij een nieuwe roos te voorkomen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan adviseren we u om een gat van minstens 50 centimeter diep te graven en een nieuwe laag grond aan te brengen. De grond preventief met Nematodes – Bodemaaltjes Concentraat behandelen voorkomt problemen en zorgt ervoor dat de aaltjes geen kans krijgen.

 

 

 

Aardappelcyste-aaltjes – aardappelmoeheid

 

Er zijn twee soorten aardappelcystenaaltjes: Globodera rostochiensis (geel aardappelcystenaaltje) en Globodera pallida (wit aardappelcystenaaltje). Het zijn zeer gespecialiseerde aaltjes die in de volle grond alleen de aardappel als waardplant kennen. Wanneer er geen aardappelwortels in de buurt zijn, blijven deze aaltjes binnen de cyste in rust. Zodra de aardappelplant specifieke lokstoffen afgeeft, worden ze actief en zoeken het wortelstelsel op. De larven dringen het wortelstelsel binnen en remmen de plantengroei. Zonder aardappelteelt kan de inhoud van een cyste zeker een jaar of 15 overleven. Dus: eenmaal besmet blijft besmet! Bij hoge dichtheden kan de schade oplopen tot een opbrengst reductie van 80%.

 

 

 

Bietenmoeheid – Wit/geel bietencystenaaltje

 

Bij het witte bietencystenaaltje blijven planten pleksgewijs achter in groei. Vanaf het zesbladstadium kunnen planten wegvallen. Door aantasting van het wortelstelsel vermindert de opname van water. Op droge dagen levert dat slapende bieten op. Het wortelstelsel van aangetaste planten is sterk vertakt en bossig. Op de worteltjes zijn witte bolletjes ter grootte van een speldenknop te zien, de cysten. Gele bietencystenaaltjes sterven bij de teelt van niet-waardgewassen voor een groot gedeelte. De uitzieking kan oplopen tot 70%, in tegenstelling tot witte bietencystenaaltjes, die voor ongeveer 35 %uitzieken. De besmetting wordt vrijwel nooit aangetroffen op percelen met een rotatie van waardgewassen in een verhouding van één op drie of ruimer. Bietenrassen die resistent zijn tegen witte bietenaaltjes zijn niet resistent tegen het gele bietencystenaaltje. Ook resistente groenbemesters hebben nauwelijks invloed op de populatie van dit aaltje.

 

 

 

Vrijlevende aaltjes

 

Overige vrijlevende aaltjes veroorzaken vooral schade in een koud en nat voorjaar. Vrijlevende aaltjes komen op alle lichte gronden voor, zoals zandgronden, dalgrond, zavel en lichte kleigronden. Kenmerkend is dat bij de opkomst van een gewas rijen met een normale stand en rijen met achterblijvende planten elkaar afwisselen. Ook in een rij kunnen aangetaste rijdelen en niet-aangetaste delen elkaar afwisselen. In Nederland is een tiental verschillende soorten vrijlevende aaltjes gevonden. Behalve groeiachterstand veroorzaakt het aaltje een bossig wortelstelsel en afgeknotte wortels. Vooral gewassen met een penwortel, zoals suikerbiet, peen en witlof, lijden dan ook sterk onder aantasting van vrijlevende aaltjes. Ook aardappelen, ui, maïs, erwten en bonen zijn gevoelig.